Hé jij, kijk daar eens

Gert Biesta is een Nederlandse onderwijsfilosoof die in Schotland, Ierland en Nederland werkt met een herkenbare stem in onderwijsdiscussies vandaag de dag. Onderwijs is voor hem veel meer dan kennis en vaardigheden overbrengen. Het is de plaats waar leerlingen zichzelf ontdekken en zich weten te verhouden tot de sociale en natuurlijke wereld. Op school ontmoeten leerlingen zichzelf in relatie tot de wereld. Biesta stelt wereldgericht onderwijs voor, maar waar gaat het dan in zijn wereldgericht onderwijs om, wat betekent dat voor het onderwijs, waar richt Biesta zich precies op en hoe kan zijn onderwijs vorm krijgen? In zijn nieuwe boek Wereldgericht onderwijs geeft hij antwoorden op deze vragen.

Onderwijs
Author

Harrie Jonkman

Published

January 31, 2023


Elke leraar moet leren te stoppen met lesgeven als de tijd er rijp voor is. Dit is een moeilijke kunst. Weinigen zijn in staat om de realiteit voor zich te laten spreken als het zover is. (Bertolt Brecht, p. 183).


Gert Biesta schrijft al langer dat we eigenlijk geen aandacht meer hebben voor wat onderwijs tot onderwijs maakt. Op dat wat en waartoe onderwijs er eigenlijk is, weten we maar beperkt een antwoord te geven. Het lijkt allemaal om resultaten en opbrengsten te gaan. Zo hebben we met z’n allen enkel aandacht voor het proces van objectivicatie in plaats van subjectivicatie waarover hij het zelf liever heeft. Over de brede opdracht van het onderwijs zijn er natuurlijk al verschillende gedachten geweest. In het oude Griekenland ging het er vooral om vrije mannelijke leerlingen van goed burgerschap te voorzien en in de Verlichting was het zaak om leerlingen zelf te leren nadenken. In onze tijd drukt Auschwitz nog steeds een zware stempel op hoe we tegen het onderwijs aankijken. Eenduidig is het antwoord niet. De een wil een nieuw maatschappelijk drama voorkomen, de ander wil dat leerlingen leren omgaan met vrijheid. Voor Biesta zelf is het duidelijk dat we in een natuurlijke en sociale wereld leven, die niet direct door onszelf is gemaakt en die ons zowel mogelijkheden als beperkingen biedt. Op drie manieren hebben we daarmee om te gaan. Via kwalificatie rusten we kinderen toe om binnen de wereld te handelen en te opereren en via socialisatie leren ze zich op een geschikte wijze te gedragen. De vraag van subjectificatie, de derde manier, hangt er altijd maar een beetje bij. Voor Biesta gaat het vooral om dat existentiële element van ‘thuis proberen te zijn in de wereld’.


Onderwijs komt de samenleving niet op een eenzijdige manier ten goede. Op de kapitalistische impulssamenleving van tegenwoordig is namelijk van alles aan te merken. Daarom is het goed als kinderen koppigheid aanleren en weerstand weten te bieden tegen verlangens. Een kritische houding, zeg maar, ook al noemt hij dat zelf niet zo. Het gaat in het onderwijs niet in de eerste plaats om cultiveren, belangrijker is het als het onderwijs leerlingen leert mens te zijn. Voor Biesta is het daarom niet zo interessant als mensen weten wie ze zijn, veel interessanter is hoe ze zijn en wat ze doen met wat ze geleerd hebben, vooral in situaties die er maatschappelijk toe doen. Biesta gebruikt er soms zware fenomenologische en existentiële taal voor als hij het erover heeft en praat over ‘dat ik dan uiteindelijk als ik word aangesproken en ik word uitgenodigd om te handelen, ik dan kom opdagen en doe wat ik volgens mij het beste kan doen’. In het huidige onderwijs gaat het volgens Biesta om leren en de leerlingen en het onderwijsbeleid dat hierbij hoort, wordt van bovenaf wordt aangestuurd. Het gaat in ieder geval niet om de relatie tussen leraren, lesgeven en curriculum en om de praktijk van het onderwijs. Leren is zo een lege procesterm geworden en daarom weten we geen antwoord meer te geven op de vraag wat en waartoe er geleerd moet worden. Bij subjectificatie, waar Biesta dan de nadruk op legt, gaat het om vrijheid maar niet om vrijheid om te doen en laten wat je wilt. Het gaat om vrijheid iemand te zijn in en met de natuurlijke en sociale wereld waarin we leven. De ideeën van Biesta zijn heel populair in het onderwijs zelf. Dat Biesta zo populair is komt natuurlijk omdat hij onderwijzers een duidelijk rol geeft. Zij ondersteunen de volwassenwording van leerlingen in en met de wereld. Zij laten leerlingen wat zien en richten zich tegelijk op individuele leerlingen. Onderwijzers handelen communicatief, zowel qua inhoud als proces. Zo dragen ze eraan bij dat leerlingen de blik ergens op richten en iets doen met waar hen op gewezen wordt. Onderwijzers geven leerlingen allicht iets waar ze zelf niet naar op zoek waren, maar wat mogelijk wel heel erg bij hen past. Zo brengen onderwijzers leerlingen voorbij hun huidige begrip, leren leerlingen zichzelf te zijn en te worden en om te gaan met hun passies. Zo krijgen onderwijzers hun eigen passie ook terug. Met het wereldgericht onderwijs legt Biesta existentiële en onderwijspedagogische kwesties terug op tafel. Biesta heb ik al eens eerder een eigentijdse Langeveld genoemd en ook bij het lezen van dit boek komt die gedachte op. Deze tijd vraagt om een pedagogische onderwijsvisie die zich verhoudt ten opzichte van de sociale en natuurlijke wereld, vindt hij. De maatschappelijke vraagstukken zijn groot en er is volgens Biesta een generatie nodig die daar op een volwassen wijze mee weet om te gaan. Tegelijkertijd wil hij het gesprek aangaan over lesgeven en onderwijzen want daar hoort een goed gesprek over gevoerd te worden. Teveel hebben wij ons afgevraagd wat wij van de wereld willen. In het wereldgericht onderwijs draait Biesta dat om zodat het onderwijs leerlingen laat ontdekken wat de wereld van ons wil en wat de wereld van ons vraagt. Biesta wil een praktisch perspectief bieden ook al kun je je afvragen of het zo praktisch is. In alles stelt hij het waarom en het hoe centraal.


Het boek is niet altijd even makkelijk te lezen en soms vraag je je af waar hij het precies over heeft. Hoezo is het onderwijs bijvoorbeeld de afgelopen jaren steeds kantianer geworden? Het stelt mij gerust dat het hem zelf ook veel tijd heeft gekost dat existentiële aspect te doorgronden en er een eigen taal voor te vinden. Regelmatig snap ik hem goed, dan weer ontglipt het mij, ook omdat het niet altijd mijn taal is. Maar ik heb nog even tijd, geloof ik. Hij plaatst zichzelf binnen een heel duidelijk en strak afgepast kader met z’n eigen taal(fenomenologie, existentialsme) en schuwt woorden te gebruiken die we in andere perspectieven veel tegenkomen. Een beetje benauwd krijg ik het dan soms wel dan. Op andere momenten vind ik het boek weinig concreet. Hij komt met enkele voorbeelden, die zelf meer algemeen pedagogisch dan onderwijskundig zijn. Toch vind ik het een prettig eigenwijs boek dat jou als lezer fris naar zaken doet kijken. Je weet ook dat het veel mensen in het onderwijs zal inspireren. Biesta wil het onderwijs weer tijd en ruimte geven. Uiteindelijk ben ik het zeer met hem eens dat een moderne democratische samenleving daar in ieder geval bij gebaat is.



Biesta, G. (2022). Wereldgericht onderwijs. Een visie voor vandaag. Culemborg: Phronese.