Democratie opbouwen kost veel tijd en is het werk van iedereen. Het werk om het in stand te houden is nooit klaar en het proces is altijd controversieel. Herkennen wat kapotgaat en repareren wat kapot is, hoort er altijd bij.
- Brook Manville en Josiah Ober
Democratieën hebben het overal in de wereld moeilijk. De democratische systemen staan onder druk, er is sprake van polarisatie en ze worden op allerlei manieren autoritair uitgedaagd. Hoe anders dan een generatie geleden kijken we tegen democratie aan. Juist in zo’n fase kunnen theoretische en historische inzichten helpen om goede antwoorden te vinden voor de problemen die zich voordoen. Brook Manville en Josiah Ober hebben die inzichten en hebben daarom het uitdagende The Civic Bargain. How Democracy Survives geschreven.
Om democratieën te laten overleven moet je volgens hen in ieder geval weten wat een democratie is. Zijzelf hanteren een betrekkelijk eenvoudige definitie als een politiek systeem zonder baas
. In democratieën regelen de burgers, met al hun verschillende achtergronden en perspectieven, het met elkaar en accepteren daarbij geen heerser of elite. Beslissingen nemen in een democratie is nogal ingewikkeld en de uitkomst ervan kan nooit perfect zijn. In ieder geval ligt dat proces van beslissingen nemen niet in de handen van een individu of een kleine groep. Kern van een democratie is onderhandeling tussen vrije en gelijke burgers die samenwerken aan zaken die in ieders belang zijn. Mensen interacteren daarbinnen zowel constructief als vredelievend, ze leren van elkaar en dragen de lasten gemeenschappelijk.
Als Manville en Ober democratie hebben gedefinieerd, is het volgens hen vervolgens nodig te begrijpen hoe een democratie kan overleven en onder welke voorwaarden ze dat kan. In hun boek presenteren Manville en Ober zeven voorwaarden die het baasloos zelfbestuur mogelijk maken. Voor Manville en Ober zijn dat de fundamentele of essentiële voorwaarden voor democratie. Wanneer deze voorwaarden niet aanwezig zijn, is democratie onmogelijk en wanneer voorwaarden ondermijnd worden is de democratie in gevaar.
Hun eerste drie voorwaarden vormen eigenlijk de basis voor democratie omdat ze duidelijk maken wat het eigenlijk is. 1) Een democratie kent geen baas en mensen met verschillende doelen en interesses hebben enkel elkaar. Ze werken samen en nemen ook samen beslissingen over de opbouw van hun vredelievende en welvarende samenleving. 2) Fysieke veiligheid en materiële welvaart is daarbij in ieders belang. 3) Het moet dan wel duidelijk zijn wie er onder de burgers van de democratie vallen. 4) De vierde voorwaarde (wetgevende, uitvoerende en rechtelijke instituties) heeft in de boeken die gaan over de problemen van democratie veelal de meeste aandacht. Hier gaat het over de processen en mechanismen onder het baasloos zelfbestuur en vooral de transparantie ervan voor iedereen. De volgende voorwaarden betreffen dan weer de praktijk van het onderhandelen. 5) Goed kunnen onderhandelen veronderstelt vertrouwen in de ander, 6) de ander in principe als burgerlijke vriend zien in het volle het besef dat de onderhandeling uiteindelijk beiden ten goede zal komen. 7) De laatste voorwaarde die Manville en Ober aan democratie stellen is burgerschapseductie, het onderwijzen en leren van burgers van elkaar, van generatie op generatie, het leren van wie we zijn en waar we vandaan komen. .
Aan de hand van vier studies laten Manville en Ober ons zien hoe de democratieën zich ontwikkelden, hoe ze overleefden en zich aanpasten aan nieuwe situaties.
Democratie in het klassieke Athene, het eerste goed gedocumenteerde zelfbestuur dat we kennen, was in zijn tijd weggelegd voor een select groepje vrije, volwassen mannen. Het was wel een radicale innovatie van een bredere groep die voor het algemeen belang opkwam, voorbij het standaard koningschap of aristocratie, zeg maar. Over het republikeins Rome wordt nog steeds volop gediscussieerd of het eigenlijk wel een democratie was of dat het eigenlijk beter als een oligarchie kan worden gezien. Voor Manville en Ober heeft dat republikeins Rome wel degelijk het karakter van zelfbestuur. Hier werd er onderhandeld over veiligheid en welvaart. De belangen van een groter en diverser deel van de bevolking werden in de besluitvorming betrokken en er was onderling vertrouwen. De democratie van Groot-Brittannië, hun derde studie, kent een lange geschiedenis vanaf de Magna Carta van de dertiende eeuw waar de belangen van de koning en de adel op een andere manier werden geregeld, via allerlei fasen waarin werd onderhandeld over rechten en verantwoordelijkheden van groepen mensen tot en met het parlementaire systeem zoals we dat in de twintigste eeuw hebben leren kennen. De vierde en laatste studie gaat over het federaal-constitutioneel Amerika en gaat vooral over het onderhandelen over de Constitutie, die met amendementen en aanpassingen (tot en met recent de vijftig jaar burgerrechtenstrijd) steeds moest worden bijgesteld om beter te voldoen aan de vrijheid en gelijkheid waar het voor wil opkomen. Dat onderhandelen daarover maakt de problemen en de dilemma’s van die samenleving helder.
Alle vier democratieën kennen hun uitdagingen die te maken met schaal, rechten en plichten, eigendom, identiteit of het gevaar dat van buiten komt. Duidelijk bij alle vier is in ieder geval dat democratie niet makkelijk tot stand komt, altijd moeite heeft om overeind te blijven en dat het ook nooit afgerond is. De opkomst en het overleven van een democratie is nooit zeker van zichzelf. De voordelen en de kosten moeten in democratieën met elkaar gedeeld worden. Daarvoor moet je samenwerken en verantwoordelijkheden delen. De eerste stappen naar democratie zijn altijd politieke onderhandelingen. Daar botsen de belangen waar een alternatief voor gevonden behoort te worden. Vaak zijn de gevaren van buiten te groot en is een deal nodig om de bedreiging het hoofd te bieden. Steeds is het belangrijk dat de goede mensen, met de goede vragen op het juiste moment aan de tafel komen te zitten. Vaak spelen verschillende problemen tegelijkertijd en verloopt verandering stapsgewijs met evenwichtige periodes er tussenin. Het burgerlijk onderhandelen binnen een democratie houdt nooit op. Revisie blijft nodig en eindresultaat is nooit perfect want ‘goed genoeg’ is al heel wat. Het gaat om leren, aanpassen en vernieuwen als omstandigheden veranderen.
Manville en Ober zien natuurlijk ook allerlei obstakels die tegenwoordig op de weg naar democratie liggen. Partijen die helemaal niets meer van elkaar willen weten, media die alleen maar aandacht voor angst en woede hebben, burgers die hun rug naar het publieke leven toekeren en totaal niet meer weten hoe ze problemen kunnen oplossen. Maar anders dan veelal gedacht wordt, hebben zij een optimistische kijk op de toekomst van democratie. Als we maar weten wat het is en hoe het kan overleven. Ze zijn wel reëel, want de ervaringen met democratie maken duidelijk dat er geen enkele garantie is dat ze blijft bestaan. Maar die vroegere geschiedenissen maken wel duidelijk dat er steeds nieuwe wegen ingeslagen kunnen worden, dat constituties, praktijken, regels en normen en waarden aangepast worden en burgerlijk onderhandelen met elkaar zo de kern blijft van het systeem.
Over elk van de zeven voorwaarden van het overleven van een democratie van Manville en Ober is in deze tijd heel wat te zeggen. Waar het de toekomst van democratie betreft besteden zij vooral aandacht aan het burgerschapsonderwijs en hoe belangrijk het is dat burgers leren wat democratie werkelijk is en hoe we dat in stand kan gehouden. Baasloos zelfbestuur vraagt van mensen met verschillende achtergronden en perspectieven manieren te vinden om samen te leven en te werken, zelfs als ze het met elkaar oneens zijn. Burgerschapsonderwijs kan vorm krijgen op meer informele manier door vrijwilligerswerk, participeren in lokale politiek of binnen clubverband. Dan en daar doe je mee aan praktijken en rituelen die steeds maar weer met elkaar worden uitgevoerd. Burgerschapsonderwijs kan, en dat is meer hun eigen terrein, ook op een meer gestructureerde manier via onderwijs op scholen en universiteiten of via programma’s van de overheid (zoals Onafhankelijkheidsdag in Amerika en 4 en 5 mei in ons eigen land). Zulk burgerschapsonderwijs kijkt niet alleen terug op het leven zonder baas maar kijkt ook vooruit en vraagt zich af wat dat in de toekomst betekent. Open onderzoek, kritisch redeneren en respectvol debatteren horen daarbij, net zo goed als met elkaar nadenken over de waarden van vrijheid, gelijkheid en burgerlijke waardigheid.
In de geschiedenissen van democratieën gaat het vaak over democratische leiders en revoluties. De processen ernaartoe, het vredelievend onderhandelen en het in stand houden zijn onderwerpen die veel minder aandacht hebben gehad. Het is goed dat Manville en Ober in hun Civic Bargain de schijnwerpers juist daarop richten. Als we over de toekomst van de democratie nadenken is het dus nodig goed te begrijpen wat democratie is, hoe het is ontstaan en het zich heeft ontwikkeld en dat we gebruik maken van de theoretische en historische kennis die we erover hebben. De analyses van Manville en Ober van vier belangrijke democratieën (boeiend maar allicht te verschillend beschreven) waarin mensen het met elkaar regelen in vier verschillende tijden op vier verschillende plekken en de rol van zeven voorwaarden die daarin steeds terugkomen, willen hier een basis voor bieden. Wanneer deze goed aanwezig zijn zullen democratieën floreren, wanneer ze losgelaten worden zullen democratieën onderuitgaan. De aanpassingen die volgens Manville en Ober nu nodig zijn vragen nogal wat van deze en de komende generatie. Of we die tijd hebben kun je je afvragen. Dit boek maakt in ieder geval duidelijk dat democratie onderhoud vraagt. Herkennen wat kapotgaat en repareren wat kapot is, hoort er inderdaad altijd bij. Alleen, nu heeft het wel heel veel aandacht nodig.
Manville, B. en Ober, J. (2023). The Civic Bargain. How Democracy Survives. Princeton: Princeton University Press. 312 pagina’s.